Pagina 16 van: Bulk #1-2017

BULK1
februari
2017
1617
Magneetvibratoren
en resonantie
Triltechniek
Elektromagnetische vibratoren vormen tezamen met de aan-te-drijven massa (zoals
een trilgoot) een resonantiesysteem. Voor een goed werkende installatie moet de aan-
drijffrequentie optimaal zijn afgestemd op de resonantie-frequentie.
hamerend geluid produceert, moet dus
de frequentie van de vibrator onmiddel-
lijk worden teruggeregeld.
6 Hz afstand
De praktijk toont aan dat de optimale af-
stand tussen aandrijf- en resonantiefre-
quentie 6 Hz is. Bij een aandrijffrequentie
van 50 Hz behoort een resonantiefre-
quentie van 56 Hz. De resonantiefrequen-
tie (of wel eigenfrequentie) is mede af-
hankelijk van de massa van de trilgoot.
Vibratoren moeten daarom na montage
worden afgesteld. Dit gebeurt door ge-
wichtsplaten aan de achterzijde van de
vibrator toe te voegen of weg te nemen,
waarna het effect hiervan met behulp van
een frequentiemeter wordt gecontro-
leerd. Vervolgens wordt ook de grootte
van de trillingsslag gemeten en vergele-
ken met het afregeldiagram. Dit diagram
toont de verhouding tussen het gootge-
wicht en de bijbehorende trillingsslag,
alsmede het gewichtsbereik voor de be-
treffende vibrator.
Thyristorspanning
Komt bij de juiste resonantiefrequentie
de gemeten trillingsslag niet overeen met
het diagram, dan is waarschijnlijk de thy-
ristorspanning naar de vibrator toe te
laag. Deze spanning is alleen met een
‘true RMS’-meter te controleren. De cor-
recte spanning is samen met het afregel-
diagram in de documentatie van de vi-
brator te vinden. De grootte van de tril-
lingsslag ligt in de ordegrootte van 1,5 tot
maximaal 2,0 mm.
50 Hz-trilling
Elektromagnetische vibratoren maken
van een elektrisch 50 Hz-systeem een me-
chanische 50 Hz-trilling door één zijde
van de sinus ‘af te snijden’. Anders zou
een mechanische 100 Hz-trilling ont-
staan, die een veel te kleine slag zou op-
leveren. Bij grotere slagen zouden de ver-
snellingskrachten ontoelaatbaar groot
worden.
Regelen
Vibratoren maken het mogelijk om op
eenvoudige wijze de trillingsslag tijdens
bedrijf te regelen. Onbalansmotoren heb-
ben dat voordeel niet. Hier kan slechts, en
dan nog in beperkte mate, het toerental
worden geregeld. Als onderdeel van een
regelkring is een onbalansmotor dus on-
gewenst. Een ander voordeel van vibrato-
ren is dat ze na het afschakelen direct stil
staan. Onbalansmotoren lopen daarente-
gen nog een tijdje door. BULK
Ed Bensink, agent voor Jöst, Dieterle en JVM (JD Nederland)
E en trilsysteem voor transport- of zeef-
toepassingen bestaat vanuit natuurkun-
dig oogpunt uit een resonantiesysteem:
een of meer massa’s die onderling zijn
verbonden met een veer. De aandrijving
van dit systeem kan worden verzorgd
door elektromagnetische vibratoren.
Deze genereren (in tegenstelling tot on-
balansmotoren) direct een lineaire bewe-
ging. De truc is nu dat de aandrijffrequen-
tie van de vibratoren voldoende dicht bij
de resonantiefrequentie wordt gelegd.
Hierdoor vindt een opslingering plaats
waardoor de trillingsslag beduidend gro-
ter wordt (zie het Bodediagram).
Hamerend geluid
Beide frequenties mogen ook weer niet
té dicht bij elkaar liggen. In dat geval ont-
staat een instabiel systeem waarbij de
uitslagen zo groot worden dat het anker
en de magneetspoel van de vibrator
tegen elkaar gaan slaan. Dit leidt uitein-
delijk tot een ernstige beschadiging van
de vibrator. Zodra een installatie een hard
Afb. 2 Bodediagram. V = Versterkingsfactor, D = Dem-
pingsfactor
Afb. 1 Een elektromagnetische vibrator vormt met de aan te drijven installatie een resonantiesysteem
16_jost.indd 16 03-02-17 11:39