Als toonaangevend bedrijf in de verpakkingsbranche en specialist in big bags wil Royal LC Packaging vooroplopen in duurzaamheid. Dat betekent niet alleen aandacht voor circulaire oplossingen, maar ook voor sociale thema’s zoals leefbaar loon. Head of Sustainability Lotte Mastwijk benadrukt dat wetgeving als de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR) de industrie wakker moet schudden: “Je kunt niet wachten tot 2029 om in actie te komen.”
In 1923 startte de familie Lammers met hun handel in en het repareren van jute zakken. 102 jaar en de titel Koninklijk later is Royal LC Packaging in Waddinxveen nog altijd actief in de jute verpakkingen, maar is het productportfolio wel flink uitgebreid. “Naast jute zijn we gespecialiseerd in FIBC’s (big bags), netzakken, kartonnen- en geweven PP-verpakkingen voor vrijwel elke sector”, vertelt Head of Sustainability Lotte Mastwijk.
Heel veel klantspecifiek
Big bags van Royal LC Packaging zijn verkrijgbaar in vele uitvoeringen. “Doordat we ze specifiek voor klanten en toepassingen maken”, vertelt Mastwijk tijdens een wandeling door het magazijn met metershoge stellingen. “De variatie zit in maten, constructie en functies.” Al wijzend op de stellingen worden de verschillen snel duidelijk: geventileerde big bags voor aardappelen, antistatische zakken voor poeders, zakken met liners voor de foodindustrie. “Vanuit duurzaamheidsoogpunt zou je het willen, één circulaire verpakking die voor iedereen werkt. Maar de praktijk maakt dat onmogelijk.”
Het woord is gevallen; duurzaamheid. Bij de verpakkingsspecialist zit duurzaam werken en acteren in het DNA van het bedrijf: voor Mastwijks collega’s op kantoor in Waddinxveen, voor de ruim 1.500 medewerkers in vestigingen en fabrieken over de hele wereld, voor de wereldwijde leveranciers van het bedrijf. Op de site van het bedrijf staat het prominent omschreven: Onze ambitie is om bij te dragen aan een wereld zonder verspilling. We willen zo werken dat we de volgende generatie niet beperken in de keuzes die ze willen maken of de middelen die ze ter beschikking hebben. Door het onze missie te maken om een leider te zijn in duurzame verpakkingen, geloven we dat we die impact kunnen maken.

Complete duurzaamheid
“We willen duurzaam zijn op álle vlakken”, vertelt Lotte Mastwijk, “qua klimaat, milieu, circulariteit, arbeidsomstandigheden. Sociale duurzaamheid – een duurzame inzet van mensen – is daarbij wel een actueel, groot en volgens mij ook redelijk uniek thema. We betalen de mensen die voor ons werken in lage lonenlanden aanzienlijk meer dan het minimumloon dat daar moet worden betaald. Met het minimumloon kan daar niemand rondkomen, mensen worden elke maand armer. Wij betalen een leefbaar loon, het salaris dat mensen nodig hebben om fatsoenlijk van te kunnen leven. Neem onze fabriek in Bangladesh – waarvan we voor de helft eigenaar zijn – met zo’n 1.200 medewerkers. De arbeiders daar krijgen een salaris dat 46 procent hoger ligt dan het minimumloon.”
Een leefbaar loon betekent hogere kosten. Hoeveel hoger?
“Bedenk je dat in een land als Bangladesh de kosten van machines hoog boven die van de mensen liggen. Precies tegenovergesteld aan de situatie in rijkere landen. Leefbaar loon uitbetalen betekent weliswaar een hogere kostprijs, maar je krijgt er meer loyaliteit en minder personeelsverloop, een hogere productiviteit en kwaliteit en een stabiel productieproces voor terug.”
Ook jullie leveranciers moeten hierin mee…
“Jazeker. De plussen van een leefbaar loon gelden ook voor hen. De relaties met onze leveranciers zijn sterk genoeg om dit samen te realiseren. Wat niet wil zeggen dat de weg gemakkelijk is en de uitdagingen niet groot zijn.”
Koninklijk familiebedrijf met ruim een eeuw historie
Royal LC Packaging werd in 1923 opgericht als handelaar in jutezakken. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een internationaal opererende verpakkingsspecialist met vestigingen in 15 landen, eigen fabrieken in onder meer Bangladesh en Zuid-Afrika en een hoofdkantoor in Nederland.
Het bedrijf wordt inmiddels geleid door de vierde generatie Lammers en mag sinds 2023 het predicaat Koninklijk voeren. Het assortiment bestaat voornamelijk uit flexibele transportverpakkingen, zoals big bags, kleinere geweven PP zakken, kartonnen verpakkingen, netzakken en jute zakken. De klantenkring is divers: van landbouwgewassen en diervoeding tot voedingsmiddelen, chemie en recycling. Bij Royal LC Packaging werken 1.500 mensen, de omzet bedroeg in 2024 210 miljoen euro.
Verrassende CO2-uitdaging
Duurzaamheid betekent ook minder CO2-uitstoot. Tegen 2030 moet de emissie gehalveerd en in 2050 nul zijn. “Daar valt met big bags een wereld te winnen”, vertelt de duurzaamheidsspecialist. Ze loopt de levenscyclus van een big bag langs. “In Saudi-Arabië wordt olie uit de grond gehaald. In een fabriek wordt er plastic granulaat van gemaakt, dat wordt verscheept naar bijvoorbeeld onze fabriek in Bangladesh. De big bag die ze daar maken gaat per schip naar Rotterdam. In de vrachtwagen naar Waddinxveen, even in de opslag hier, dan in een vrachtwagen 200 kilometer verderop naar de bulkproducent. Eenmaal gevuld gaat de big bag weer 800 kilometer op transport naar de eindgebruiker waar hij wordt geleegd en vervolgens naar de vuilnisbelt gaat, wordt verbrand of in het meest gunstige geval gerecycled.”
Wanneer je deze levenscyclus en met name het vele transport zo ziet, denk je snel dat lokaal produceren het Ei van Columbus is. Mastwijk bestrijdt dat. “Bijna 50 procent van de CO2-uitstoot komt doordat we nieuw plastic gebruiken in plaats van gerecycled plastic. Van de totale emissie zit vervolgens 25 procent in de energie die in de fabriek wordt gebruikt tijdens het productieproces. En als de big bag daarna ook nog verbrand wordt, dan zit daar ook nog eens 20 procent van de totale CO2-uitstoot in. Het transport kost een paar procent emissie. Kortom: de échte milieuwinst bij big bags zit in circulaire materialen, hergebruik en recycling. Elke kilo recyclaat vervangt virgin plastic, elke keer hergebruik spaart een hele nieuwe zak uit.”

Geen simpele missie
Hergebruik is het meest duurzaam, maar allesbehalve eenvoudig te realiseren. Big bags worden vaak éénmalig gebruikt. “We hebben een hergebruikservice met industriële wasinstallaties”, vertelt Lotte Mastwijk. “Voor een klein deel van de big bags werkt dat. We hebben ook een proef gedaan in Engeland, bij aardappelverwerkers. Daar spraken klanten af standaard zakken zonder logo te gebruiken. Na de oogst werden ze ingezameld, schoongemaakt en voor het volgende seizoen opnieuw ingezet. Het werkte omdat iedereen in de keten meedeed.”
Zonder ketensamenwerking lukt het niet, benadrukt Mastwijk. “Zet er statiegeld op? Misschien. Maar zolang er geen goede logistieke infrastructuur is, blijft het lastig om hergebruik van de grond te krijgen. Stimulerende wetgeving zoals de PPWR – de Packaging and Packaging Waste Regulation – laat helaas ook nog even op zich wachten.”
Wettelijke recycle-verplichting
De Europese PPWR waarover Mastwijk rept, moet in 2026 van kracht worden (zie het kader). De regeling verplicht recyclebaarheid van verpakkingen. Voor LC Packaging is het een cruciale verordening; het zorgt ervoor dat er meer recyclebare verpakkingen worden verkocht. Omdat er meer gerecycled gaat worden, komt er vanzelfsprekend ook meer gerecycled materiaal beschikbaar. “Er zijn zeker bedrijven die nu al grote waarde hechten aan recyclebare verpakkingen. Maar pas als wetgeving het verplicht stelt, verandert gedrag van de massa.” Mastwijk trekt een zuinig gezicht. “Alleen loopt Nederland achter op veel landen in Europa. In Spanje bijvoorbeeld betalen bedrijven al forse heffingen voor niet-herbruikbare verpakkingen en kunnen ze korting krijgen op die heffing als de verpakking (mede) is gemaakt van gerecycled materiaal.”
Mastwijk ziet dat wetgeving vaak het speelveld is van lobby’s. “Door die lobby’s zijn de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) onlangs afgezwakt. Kleinere bedrijven hoeven opeens minder tot niets te doen. Dat schept bij ondernemers het beeld dat de PPWR ook wel zal verwateren.” Toch ziet ze een tegenbeweging. “Steeds meer bedrijven en investeerders willen juist wél stimulerende regels. Zij hebben geïnvesteerd in verduurzaming en willen dat concurrenten niet achterover kunnen leunen. We hebben de politiek hard nodig om het speelveld gelijk te trekken.”
PPWR in een notendop
De Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR) is de nieuwe Europese verordening. Het doel: verpakkingsafval terugdringen en de overstap naar een circulaire economie versnellen. De regels gelden voor alle verpakkingen die in de EU op de markt komen, ook geïmporteerde. Dit zijn de pijlers onder de regeling:
- vanaf 2030 moet alle verpakking recyclebaar zijn. Verpakkingen die daar niet aan voldoen, verdwijnen uit de markt,
- kunststof verpakkingen moeten minimaal een vastgesteld percentage gerecycled materiaal bevatten. Voor veel categorieën loopt dit percentage richting 65 procent in 2040,
- voor transportverpakkingen – waaronder big bags – gelden hergebruiktargets: 40 procent in 2030 (voor intra-company leveringen en binnenlandse leveringen geldt een target van 100 procent), oplopend tot 70 procent in 2040,
- producenten worden verantwoordelijk voor inzameling, recycling en verwerking van verpakkingsafval (EPR, Extended Producer Responsibility). De kosten stijgen mee met de milieu-impact, maar dalen bij aantoonbare verduurzaming,
- sommige verpakkingsvormen, zoals lichte plastic draagtassen en plastic verpakkingen voor kleine hoeveelheden groente en fruit, worden verboden.
Recyclebare verpakkingen
Dat Europese regels de industrie dwingen om verpakkingen recyclebaar te maken, vraagt wel ingrijpende ontwerpkeuzes. “Veel zakken bevatten liners van ander materiaal, stiknaden van polyester of een bedrukking. Allemaal dodelijk voor recycling. Recyclers willen 90 tot 100 procent polypropyleen, anders is het materiaal niets waard.” Daar wringt het wel als het gaat om big bags voor de foodsector. Lotte Mastwijk: “Want voor voedselveiligheid zijn liners juist cruciaal, maar die maken de zak dus niet of moeilijk recyclebaar. Je krijgt een spagaat tussen hygiëne en circulariteit. Soms mag je officieel geen recyclaat gebruiken in voedselverpakkingen, terwijl de PPWR dat straks wél eist. Dat zorgt voor hoofdbrekens.”
Een alternatief voor recycling is biobased plastic. Mastwijk: “Bioplastic is schoon, veilig en levert tot 80 procent emissiereductie op. Het is technisch vergelijkbaar met fossiel plastic en goed te mengen met fossiel. Voor de voedingsindustrie is dit een serieuze optie.” Wel ligt de prijs van bioplastic hoog. “Als klanten niet bereid zijn die meerprijs te betalen, stokt de transitie. Wetgeving kan de balans helpen kantelen.”

De bulksector aan zet
Voor de stortgoedverwerking is de urgentie van duurzaam gaan werken groot. Big bags en andere transportverpakkingen zijn cruciaal voor opslag en vervoer, maar straks alleen toegestaan als ze voldoen aan de nieuwe regels. “Bedrijven die wachten tot 2029 als de PPWR voor de deur staat, komen in de knel”, waarschuwt Mastwijk. “Nieuwe verpakkingslijnen, inzamelsystemen of closed loops ontwikkel je niet in een paar maanden. Het vraagt voorbereiding, investeringen en samenwerking. Maar wie nu de stap zet, profiteert: stabielere ketens, minder afhankelijkheid van grondstofprijzen en een betere marktpositie.”
Meer over LC Packaging.


